Warme Tranen

Ik heb nooit moeite gehad met huilen. De warme tranen van een liefde die, hartverscheurend, onbeantwoord bleef, het weemoedig janken bij het opdringend besef dat een lang gekoesterde droom als onwaar of niet haalbaar aangenomen moest worden, de vochtige ogen met het allerlaatste afscheid van een dierbare – het huilen kwam altijd als vanzelf en op de een of andere manier was het daarna altijd weer opgelucht adem halen.

Vandaag is dat anders. Ben ik uitgehuild? Is mijn ziel dan zo vereelt en verveeld geraakt met ontroering dat ze nu wars van prikkels is? Alsof ze wil zeggen: laat mij maar gedijen in het diepe van jouw wezen en kom me maar niet meer lastig vallen met oppervlakkige problemen. Ik heb een zeebeving nodig om weer wakker te worden. Ga op zoek naar iets dat wat meer omslag geeft, een ommezwaai zo totaal die geen vezel onberoerd laat en het lichaam doet schudden van emotionele sensatie. Dan, als het water, jouw gevoel, weer stuimig is en golft en onvoorspelbaar stromen gaat – wie weet?

En toen moest er een biertje open om verder te kunnen…

De bovenstaande twee alinea’s zouden de inleiding kunnen zijn voor een Denkwolkje met bijvoorbeeld het niet-geinspireerd zijn als onderwerp. Degene die minder de uitdaging voelen hun binnenste naar buiten te brengen en er voor kiezen om voor het podium expressief te zijn met goedkeurend applaudisseren, doen deze gemoedsstemming vaak af met “zich vervelen” maar voor ons creatievellingen, wij die bij elk klein ideetje het fonkelen van een edelsteen menen te zien, is dat natuurlijk een verkeerde benaming. Ook tijdens een verveling – en misschien zelfs juist tijdens zulke “doodse” momenten – komen de gedachten naar boven drijven. Slechts een ervan hoeft veelbelovend te zijn om alweer aantekeningen te gaan maken…

Dat wil zeggen: mits de inspiratie aanwezig is, of liever, vooropgesteld dat de drijfveer om deze inspiratie bij gemis weer tot leven te wekken sterk genoeg is.

De inleidende alinea’s kunnen evenzogoed een onderwerp aanvangen dat in de richting gaat van een verharding, het eelt krijgen tijdens het ouder worden, een samenleving die haar mensen langzaam omvormt en minder gevoelig laat zijn. Hoewel het tegenwoordig misschien niet meer zo duidelijk is af te bakenen wordt van ons toch wel verwacht dat we zo rond ons 18e jaar onze gevoelens onder controle hebben; het huilen is daarna nog wel toegestaan maar kan rekenen op de correctie van de andere meerderjarigen.

De man hoort zich dan te vermannen, de vrouw wordt vriendelijk verzocht zich niet aan te stellen. Een traantje wegpikken, akkoord, maar ongegeneerd de emoties laten gieren, liever niet. Dit gaat des te meer gelden naar mate de leeftijd vordert en naar 30-plus, overjarig, belegen en richting oud oploopt. Voor “op hoge leeftijd” is het ons dan weer vergund, dit huilen, maar de oma’s en opa’s weten heel goed dat zoiets niet hoort voor het voorbeeld en – mocht er toch nog wat vocht te vergieten zijn – doen dat af in volkomen afzondering, voor het slapen gaan, met een binnensmonds gehouden snikken en een laatste oogloop.

Hoe analyserend ook, deze uitwijdingen over de eerste twee alinea’s, ze doen niet ter zake. Vergeet ze. Heel veel woordgebruik heeft geen andere functie dan bladvulling en tot nog toe mogen ook mijn woorden van deze categorie onderdeel zijn. Er is dan wel een toonzetting maar nog geen onderwerp. En een conclusie is vooralsnog heel ver weg. Als ooit.

Tweede biertje…

Enige verduidelijking: de eerste twee alinea’s waren kortgeleden nog bijna onleesbare krabbels op een A4-tje in de schoenendoos van te-bewaren-notities. Deze raakt – mede dankzij de digitalisering en mijn plan om deze papieren notities uiteindelijk allemaal in een database te krijgen – steeds leger, en zo gebeurde het dat de aanhef van Warme Tranen na jarenlang weer eens tevoorschijn kwam om opnieuw geboren te worden als “sticky note”. Van schoenendoos naar harddisk, zullen we maar zeggen.

Nu zou ik het nooit meer kwijtraken, dacht ik tegen beter weten in. De mogelijkheden tegenwoordig voor data-opslag is ongekend maar het is of vertrouwen op een computer die nooit zal crashen of een zeer vernuftig backup-systeem er op na houden die je de veiliggestelde data ook inderdaad weer laat vinden. Tegelijkertijd echter leken de alinea’s mij zeer geschikt om mee aan de slag te gaan voor een eerste Denkwolkje die ik zelf zou doen. Dus dit keer geen vertaling maar een oorspronkelijke tekst en zoals ik al kon voorzien, een heel lange zit achter het scherm en veel hoofdbrekens.

Wat zijn Denkwolkjes nu helemaal? Bladvulling, een column zonder krant, schrijfoefeningen om ooit eens aan een echt boek te beginnen? Ja en nee. Op zoek naar het antwoord op deze vraag moet ik denken aan de anecdote over een schrijver die toen hij een belangrijke prijs had gewonnen, bij het lezen van het jury-rapport opmerkte dat hij zijn boek helemaal niet zo bedoeld had. Voor de jury was dit echter geen reden hun oordeel te herzien; niet de intentie van de maker was belangrijk maar wel hoe het publiek het opvatte. Elke expressie heeft de toegevoegde waarde van de response en deze kan, onbedoeld en niet voorzien door degeen die het werk heeft voortgebracht, belangrijker worden geacht dan de oorspronkelijke bedoeling.

Hetzelfde kan gelden voor de Denkwolkjes en voor Warme Tranen het bijzonder. Een idee van twee alinea’s is de vergetelheid bewaard gebleven, een oefening in het schrijven voltooid en ‘t A4-tje gevuld.

Nu: hoe de response?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten