Het vogelgezang repertoire

 MEMO: Het boek The Origin of Music geldt als één van de meest belangrijke boeken op het gebied van de studies naar de oorsprong van de muziek. Het is een verzameling van wetenschappelijke verhandelingen die een goed overzicht geven hoe wij er momenteel voorstaan met ons onderzoek naar de oorsprong van de muziek.

Ik meende dat een beetje speelse vertalingen misschien wel een leuke manier is om mijzelf wat te verdiepen in deze materie. Hieronder een eerste poging van zo'n vertaling en bewerking naar eigen inzicht. Hopelijk lukt het mij alle hoofdstukken van het boek op deze manier aan te pakken, voor een beter inzicht en - wie weet - ooit eens een antwoord op de vraag waar, hoe en waarom in hemelsnaam toch die muziek.

Wordt vervolgd ...

Het Vogelgezang Repertoire -de oorsprong en het gebruik

Vogelgezang komt hoofdzakelijk voor bij de mannetjes, hoewel de vrouwtjes ook soms zingen, in het bijzonder in tropische gebieden waar sommige vogelsoorten fantastische duetten kunnen voortbrengen. Van het soort waar opera-componisten in extase van raken, zo schoon en muzikaal... 

 Het zingen heeft bij de vogels hoofdzakelijk slechts twee functies: het inpalmen van een partner en het overtroeven van een rivaal of ter verdediging van het terretorium. Bij de soorten die het meest gecompliceerde gezang voortbrengen - met wel honderden of zelfs duizenden verschillende versies - valt het op dat de vrouwtjes daar inderdaad hun mannetjes kiezen op basis van degene die het meest vakkundig en gevarieerd kan zingen. 

 Maar vergis je niet, ook bij de soorten waar het repertoire zeer omvangrijk is, is er daarom nog geen sprake van improvisatie: dat wat deze vogels aan klanken voortbrengen, lijken gefixeerde en zelfs aangeleerde tweets te zijn. Het beestje met de veren zit niet zomaar maar wat voor zich uit te snateren, lijkt het. Hij heeft het waarschijnlijk overgenomen van zijn ouders tijdens zijn eerste weken en verder aangeleerd op latere leeftijd. Niettemin moet je dat niet verwarren met de manier waarop wij mensen onze melodieeen voortbrengen en aanleren; het zijn twee verschillende manieren van "zingen" die kwa evolutie geen enkel verband hebben. 

 Er zijn dan wel zo'n 4000 verschillende vogelsoorten met een zeer gevarieerd zangrepertoire - en sommigen zelfs die doen denken aan de menselijke manier van zingen - maar dat wil nog niet zeggen dat de twee maniertjes van zingen dezelfde evolutionaire weg zijn gegaan. Vogels behoren tot de meest vocale aller dieren en door hun ritmiek, tonaliteit en verscheidenheid aan de geluiden die zij produceren, is het niet verwonderlijk dat veel van deze geluiden als "gezang" tot ons komen. Is dit omdat wij o zo graag ons zingen met dat van de vogels willen vergelijken of zijn er misschien inderdaad zinvolle parallelen te trekken?

Het Hoe En Waarom van Vogelgezang

De eerste vraag die misschien gesteld moet worden is waarom vogels en ook mensen sowieso klanken gebruiken om te communiceren. Dieren die op een afstand van elkaar iets te kennen willen geven, kunnen daarvoor verschillende zintuigen aanwenden maar geur, het zicht en geluid zijn de meest gebruikelijke. 

Elk zintuig heeft zo z'n voor- en nadelen: het zich aan elkaar laten zien (de visuele signalen) is vooral nuttig op zeer korte afstanden maar volkomen nutteloos 's nachts of wanneer objecten in de weg staan. Olfactorische signalen (de reukzin) voldoen zeer goed als er meer tijd en volharding nodig is om een boodschap over te brengen, zelfs nadat de verspreider van het geurtje al lang weer weg is - het afbakenen van het terretorium is hiervan het beste voorbeeld. 

Net als geluiden zijn deze reuksignalen op afstand te detecteren en kunnen ze niet door objecten tegen worden gehouden. Maar het nadeel is dat het dier er niet mee van de ene boodschap naar de andere kan switchen; het reuksignaal is aldus niet aangepast aan de snelle overdracht van complexe reeksen informatie. Geluid daarentegen combineert een aantal functies die het zeer geschikt maken voor vele vormen van communicatie. Het maakt niet uit of 'het nacht of dag is, het geluid verspreidt zich met een snelheid van zo'n 340 meter per seconden naar alles wat maar kan en het wil horen. 

Het is, afhankelijk van het volume, al van enige afstand waar te nemen en de aard van het geluid kan verschillende berichten coderen (waarschuwen, roepen, toezingen enz.). Gezien deze kenmerken is het daarom niet verwonderlijk dat zowel de mens als de vogel het geluid zijn gaan gebruiken en het door de evolutie heen hebben ontwikkeld als één van de belangrijkste zintuigen om te overleven. Vogels produceren hun geluiden op een andere manier dan wij dat doen. 

Wij hebben ons strottenhoofd en stembanden hoog in de keel maar bij de vogelsoort zit deze (de syrinx) veel lager, op het punt waar twee kanalen van de longen de luchtpijp vormen. Een lager strottenhoofd verlengt de resonantiekamer gevormd door de keel en mond, wat het vocale bereik en de produceerbare geluiden aanzienlijk verhoogt. Vogels kunnen om die reden vrij gemakkelijk geluiden voortbrengen met meer volume en een groter bereik dan de mens.
De vogels die in staat zijn om ook heel gecompliceerde geluiden voort te brengen behoren tot een groep die men simpelweg de "zangvogels" noemt (orde Passeriformes, suborder Oscines), een groep die bijna de helft van alle vogels omvat. Ze kunnen meer ingewikkelde zangpatronen voortbrengen dankzij een vijftal - of meer - spieren terwijl de overige minder zangbekwame vogels slechts 3 - of minder - van deze spieren hebben. 

 De syrinx heeft twee membranen, één aan elke kant, en het geproduceerde geluid hangt af van de spanning in deze spieren. Omdat er twee membranen zijn, elk met een eigen setje spieren, kunnen vogels twee afzonderlijke en harmonisch niet-gerelateerde geluiden tegelijkertijd produceren. Daarbij kunnen ook nog de kanalen afzonderlijke worden afgesloten waardoor de vogel in staat is om nog heel veel meer afwisseling in zijn klanken te laten horen. Bij deze soorten - zij die zeer gecompliceerde patronen kunnen voortbrengen - zal het vrouwtje kiezen voor het mannetje dat het meest gevarieerd zijn zangkunstje vertoont. De exacte werking van de syrinx is dan nog wel steeds een twistpunt onder de wetenschappers die zich daar mee bezighouden, maar er kan geen twijfel over bestaan dat het een uitstekend muziekinstrument is.

Maar terug naar ons uitgangspunt: kan een beter begrip van het vogelgezang ons helpen om meer licht te werpen op de oorsprong van menselijke muziek?

Het lijkt vooralsnog toch hoofdzakelijk te maken te hebben met hoe wij gewend zijn om het vogelgezang aan te horen. Het doet ons dan wel heel veel denken aan onze muziek - de vele componisten en dichters die zich door het vogelgezang lieten inspireren zijn daarvan het bewijs - maar dat is volgens de wetenschappers op dit gebied geen reden om het dan ook maar meteen "muziek" te noemen. 

Niets wijst er op dat de mens en de vogel ooit eens dezelfde voorouder hadden met de gave om deze melodische geluiden te kunnen produceren, en dat daarna de evolutie deze gave bij beide soorten verder heeft ontwikkeld met slechts hier en daar wat verschillen ontstaan door de biologische aanpassing van dit zangkunstje op de bouw van het lichaam. Het zanggedrag van beide soorten heeft vanuit de evolutieleer bezien geen enkel raakvlak. Om de een of andere reden (dat wat men nog niet heeft kunnen verklaren) is het zanggedrag bij verschillende diergroepen ontstaan zonder dat er een gezamenlijke voorouder bekend is. 

Onze meest nabije familieleden, de mensapen, communiceren meer met gebaren en gezichtsuitdrukkingen dan via geluiden. We weten allemaal dat ze dan wel zeer luide vocale display kunnen hebben, zoals het geschreeuw van de chimpansees, maar deze geluiden zijn verre van muzikaal. 

 Verder is er nog maar weinig bewijs voor handen dat apen geluiden kunnen aanleren of de klanken van een ander kunnen imiteren. Bij ons mensen is dat wel het geval en ook walvissen en de meest opvallende zangvogels lijken geluiden te kunnen aanleren wat essentieel is om een groot repertoire op te bouwen. Een repertoire dat groot genoeg is om te worden opgenomen in de categorie "zingende dieren" met eventueel muzikale kwaliteiten. 

 De gemeenschappelijke voorouder die wij delen met de chimpansee dateert van 2 miljoen jaar geleden dus we mogen aannemen dat het zanggedrag bij ons mensen feitelijk vrij recent is ontstaan. Simpelweg omdat het zo goed als zeker is dat de chimpansee dat zanggedrag (of de aanleg voor muziek) helaas niet heeft; de gave om met klanken en melodie te communiceren is pas bij de mens ontstaan nadat de chimpansee en de mens elk hun eigen weg zijn gegaan. 

Bij de vogels is dat zanggedrag waarschijnlijk al veel eerder in de evolutie begonnen. Het is daarom wetenschappelijk gezien helemaal niet correct om het zingen van vogels te vergelijken met dat van de mens. Beide soorten zijn dan wel in staat zeer luisterrijke klanken voort te brengen maar de manier waarop deze geluiden gemaakt worden - en niet vergeten het waarom - is toch heel verschillend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten