De luistercultuur bij walvissen

 Bultrugwalvissen zingen niet alleen hun liedjes - ze componeren ze ook samen met de walvissen om hen heen. De liederen ontwikkelen zich in de loop van de tijd. Wetenschappers ontdekten dat pas toen ze in de jaren 1960 begonnen met het opnemen van walvisgeluiden en … na jarenlang luisteren, alsmaar luisteren...

Katy Payne is een onderzoeker in akoestische biologie aan het Cornell Lab of Ornithology. Samen met haar man Roger waren zij de eerste wetenschappers die zich realiseerden dat de ingewikkelde en soms griezelige klanken van sommige bultruggenwalvissen waarschijnlijk liedjes zijn.

Het lied van de bultrugwalvis, 1964

"Het is de stem van een mannelijke bultrugwalvis voor de kust van Bermuda, in 1964," legt Katy uit. "Het werd opgenomen door een marine-ingenieur."

De Paynes ontmoetten de ingenieur, Frank Watlington, op een reis naar Bermuda. Een vriend van hen had aanbevolen om hem op te zoeken omdat hij hun passie voor walvissen deelde.

"We hadden geen idee dat we iets zouden gaan horen. Watlington zei ons: 'Ik neem aan dat jullie nooit de geluiden hebben gehoord die deze dieren maken? En toen speelde hij het lied van de bultrug voor ons af. Ik had nog nooit zoiets gehoord en oh, mijn God, de tranen vloeiden langs mijn wangen. De geluiden waren zo mooi en zo krachtig - en met zoveel variatie ook. Ze waren, zoals we later leerden, de geluiden van slechts één dier. Stel je voor: slechts één dier die zulke geluiden maakt!"

Watlington had de oproep van de walvis opgepikt tijdens een opname met onderwatermicrofoons - zogenaamde hydrofoons. In die dagen gebruikte de marine dergelijke apparatuur om te luisteren naar vijandelijke onderzeeërs. Maar hij hield de opnames voor langere tijd geheim, bang dat walvisvaarders de liedjes zouden gaan gebruiken om de walvissen sneller te vinden en te doden.

Maar hij vertrouwde de opnames toe aan Katy Payne met de woorden: ga de walvissen redden. En inderdaad, de opnames waren een openbaring voor de meeste wetenschappers en de cultuur van het afluisteren en onderzoeken van deze geluiden was een feit, tot op de dag van vandaag.

"Hoor je echo's? Vanaf de bodem van de zee, de onderkant van de golven? Elk geluid wordt ook zo gehoord door alle walvissen. En ze zullen dit lied onthouden.

De eerste keer dat Katy dergelijke oproepen hoorde, wilde ze de geluiden ook zien omdat het waarschijnlijk een beter overzicht zou geven of er ook patronen te ontdekken zijn. Aan de hand van spectrogrammen begon ze de visuele representaties met hun pieken en dalen en gaten op te tekenen. Wat ze ontdekte waren structuren en zelfs melodieën en ritmes.

De patronen zijn niet random en dat is waarom het zo interessant is. Heel veel dieren maken geluid om te roepen maar de lange, ingewikkelde zangpatronen van de bultrugwalvissen veranderen geleidelijk, of liever: ze evolueren.

Het zijn uitsluitend de mannelijke bultruggen die zingen, alle mannetjes in een groep lijken het lied op ongeveer dezelfde manier te zingen. Maar in de loop van de tijd (maanden, zelfs jaren) veranderen het ritme, toonhoogte en de duur van zo´n groepslied terwijl de walvissen naar elkaar luisteren en gezamelijk variaties aangeven die uiteindelijk dan weer een nieuw lied vormen.

Kate Payne heeft veel van dergelijke liedjes ingestudeerd en kan ze noot voor noot nazingen. Hier is een vergelijking van slechts enkele frases, over verschillende jaren. Je hoort Katy eerst, en vervolgens de walvis:

Duet Katy en de walvis

Hetzelfde lied maar dan 2 jaar later...

Waarom passen deze mannelijke bultruggen hun liedjes geleidelijk aan?

"We weten het niet," zegt Katy. "Vraag het de walvis. Maar we kunnen wel zeggen dat het voor het vrouwtje aantrekkelijk lijkt om een ​​inventief mannetje te horen zingen. Misschien is het wat wij de seksuele selectie noemen: het vrouwtje selecteert het meest innovatieve mannetje".

Het is een beetje zoals jazz waarbij elke muzikant improviseert op dezelfde methodische herhaling en op die manier iets nieuws laat ontstaan.

Andere biologen waren er niet meteen van overtuigd dat walvissen collectief nieuwe liedjes componeren. Zelfs de man van Payne was sceptisch. De Paynes kregen hun eigen hydrofoons en enkele bootjes en reisden af terug naar Bermuda en vervolgens naar Hawaii en Zuid-Amerika, waar ze jarenlang de geluiden van walvissen hebben opgenomen.

Uiteindelijk toonden ze hun analyses van deze walvis-vocalisaties aan andere wetenschappers en lukte het de Paynes om hen te overtuigen; het was een begin van een nieuwe manier om het leven in de diepe oceaan te onderzoeken - niet met een zaklamp, maar met het oor. Veel wetenschappers hebben de werkwijze van de Paynes inmiddels overgenomen en zijn begonnen ook andere soorten te bestuderen aan de hand van de geluiden die zij voortbrengen. De luistercultuur onder wetenschappers was een feit.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten